Iker schudde zijn hoofd met een stugge uitdrukking. Hij wilde graag even luchtig reageren, maar nu Kalim hardhandiger in begon te grijpen in de stad zonder het hem eerst te vertellen, begon het een erg serieuze kwestie te worden. En toch wist hij ook dat dit de manier was waarop hij de macht had weten te bemachtigen en behouden. Hij durfde zelfs niet aan Isaia toe te geven dat hij vreesde wat er zou gebeuren als Kalim niet de tegenstanders van Quandaï af schrok. Hij zou in ieder geval een stuk harder moeten werken om ze zelf op een afstand te houden als ze niet meteen hun kans schoon zagen om hem van zijn zetel af te halen. De vraag van Isaia maakte zijn humeur er niet beter op. 'Ze schrijft me niet direct, maar ze draagt Kalim op haar eisen aan mij door te geven,' mopperde Iker. Het zat hem dwars dat na alles wat hij al voor elkaar had gekregen, ze zijn kunnen alsnog niet in zag. 'Ze wil dat ik jou spoedig mee neem naar Quandaï. Maar maak je geen zorgen, ik heb al laten weten dat dat onmogelijk is nu en hopelijk voor nog veel meer jaren. Maar-' Hij zuchtte en trok aan zijn oorbel. Kalim had hem laten weten dat de Moeder erg benieuwd was naar de toestand van het huwelijk. Of nog specifieker gezegd: naar de toestand van zijn vrouw. Het was immers de belangrijkste taak van een nieuw stel, zeker dat van een prins, om nageslacht te maken. Hij moest er niet aan denken nu. 'Het is een goed teken dat er nog geen vervanger voor Rohan is gestuurd,' besloot hij maar voor nu. 'Ik verzin er wel iets op om dat zo te houden.' Iker glimlachte nu naar Isaia en liet zijn oor los om een hand op haar wang te leggen. 'Als je Diane geen gedag meer hoeft te zeggen vanavond, betekent dat dat we de avond voor onszelf hebben?' vroeg hij om hopelijk het gesprek een andere wending te geven.